Fura
Vriend van SEAT-Online!
- Lid geworden
- 27 aug 2010
- Berichten
- 6.065
Rij-impressie Seat Exeo met nieuwe TSI-motoren (bron: Autoweek)
De Seat Exeo mag dan zijn gebaseerd op de vorige Audi A4, dat wil niet zeggen dat nieuwe motoren aan hem voorbijgaan. We maken kennis met twee moderne TSI-machines uit huize VW, die het sportieve imago dat Seat nastreeft eer aandoen.
De Seat Exeo zal wel eeuwig onderwerp van discussie blijven. De ??n vindt het een slap aftreksel van de vorige generatie Audi A4, de ander ziet hem als ?n prima budgetalternatief voor Audi?s succesnummer. Hoe je er ook tegenaan kijkt, nuchter beschouwd krijg je beproefde Audi-techniek voor ?n schappelijke prijs. Een belangrijke achilleshiel van de Exeo was tot op heden echter zijn aanbod aan benzinemotoren. De constructie van de 1,6-liter basismotor stamt uit de jaren ?80 en de 1,8-liter turbomotor met vijf kleppen per cilinder uit de jaren ?90. Alleen ?t topmodel 2.0 TSI kreeg feitelijk een moderne motor mee. En daarmee kreeg de Exeo ongemerkt alsnog de naam gedateerde techniek te recyclen. Dat is echter verleden tijd. Moeder- bedrijf Volkswagen heeft z?n TSI-motoren uit het magazijn getrokken en ze naar Spanje gestuurd, zoals dat al gebeurde voor de andere modellen van Seat. Zodoende doet vanaf september de nieuwe 1.8 TSI dienst als basismotor. In 120 pk-vorm lost hij de stokoude 1.6 af. Ook komt er een 160 pk-versie van de 1.8 in de Exeo en krijgt de tweeliter TSI er 10 pk bij. In andereopzichten zijn de wijzigingen aan de 2011- uitvoeringen van de Exeo bescheiden. Wie voor bi-xenon opteert, krijgt daar voortaan ook led-achterlichten bij. Verder is de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging Servotronic, die tot op heden op de optielijst stond, voortaan standaard.
Kwaliteitsuitstraling
Instappen in de Exeo is logischerwijs een feest der herkenning. Seat leende niet alleen het onderstel en de carrosserie van de vorige A4, maar ook het dashboard. Van de A4 Cabriolet welteverstaan, met sportief ogende ronde ventilatieroosters in het midden. Sowieso kan menig moderne concurrent nog een puntje zuigen aan de kwaliteitsuitstraling die het binnenste van de Exeo geeft, want het oogt allemaal oersolide en hoogwaardig. Akkoord, je ziet aan de grote knoppen op de middenconsole en de relatief brede naden tussen de dashboarddelen dat dit niet het meest recente ontwerp is, maar daar valt mee te leven.De interieurruimte valt echter tegen. Het is mooi dat je als bestuurder de stoel ver naar achteren kunt schuiven, maar daardoor wordt de beenruimte achterin gedecimeerd. En die is gewoonlijk al allesbehalve royaal. Ook de hoofdruimte stelt wat teleur, zeker in de sedanversie. De ST is in dit opzicht meer aan te bevelen en hoewel zijn bagageruimte met een inhoud van 442 liter zeker niet enorm is, kun je er door de handige vorm goed mee uit de voeten. Voorin tref je meubilair aan dat comfortabel zit en een goede zijdelingse steun biedt. We reden met de 1.8 TSI in Sport-uitvoering en met dank aan het sportonderstel is de Exeo in deze configuratie een goede allrounder. Waar de gewone Exeo wat te ver doorslaat richting soft en gezapig om het sportieve imago dat Seat zichzelf meegeeft nog eer aan te doen, is de Exeo Sport een mooi compromis. Er zijn beslist dynamischer rijdende auto?s in deze klasse, maar die bieden vaak niet het veercomfort van de Seat. Sterker nog, hij doet ook aanzienlijk comfortabeler aan dan zijn donor A4. De snelheidsafhankelijke besturing verdeelt zijn krachten mooi, zonder overmatig licht of direct te worden.
Andere generatie
De 1,8 liter TSI-motor is van een totaal andere generatie dan de 1.8 20V Turbo die hij aflost. Zo heeft hij kettingaangedreven nokkenassen, vier in plaats van vijf kleppen per cilinder en directe benzine-inspuiting. Maar net als de oude 1,8 m?t turbo. Hierdoor verbruikt hij volgens de fabrikant 7,3 liter op 100 km en stoot hij 169 gram CO2 (ST: 172 g) uit per kilometer. Dat is een reductie van 9 procent ten opzichte van de oude 1,8. Maar dat zijn de droge cijfers, veel belangrijker is dat de 1.8 TSI een heerlijke motor voor de Exeo is. De gaspedaalrespons is veel beter dan bij z?n voorganger en de viercilinder is bijzonder soepel. Al bij1.500 tpm heb je ?n koppel van 250 Nm, dieselwaarden dus. En zo voelt de 1.8 TSI bij lage toeren ook aan, in positieve zin. Tegelijkertijd maakt hij echter met het grootste gemak toeren, hij haalt zonder protesteren in ??n teug door tot de toerenbegrenzer ingrijpt. Bij accelereren hoor je de turbo werken, zonder dat het storend wordt. Het draagt bij aan ?t lekker sportieve geluid van de TSI. De tweeliter TSI is eigenlijk van hetzelfde laken een pak. Hij heeft voortaan 210 in plaats van 200 pk en een koppel van 320 newtonmeter bij 1.500 tpm. En daarvan krijgt de voortrein het bij volgas accelereren Spaans benauwd. Aan de zoekerige voorwielen kun je dan merken dat dit ?n ouder chassis is. Maar de 2.0 TSI is dan ook een echte koppelbaas, die er altijd enthousiast tegenaan gaat. Net als de 1,8 lijkt hij er plezier in te hebben om toeren te maken, terwijl ook de 2-liter lekker donker klinkt als je gas geeft. Bij constante snelheden hoor je daarentegen vooral het aanwezige windgeruis. Beide TSI-motoren zijn gekoppeld aan ?n plezierig schakelende handgeschakelde zesbak. Volkswagens prettige DSG-versnellingsbak gaat helaas aan de neus van de Exeo voorbij. Maar in andere opzichten is de Exeo beslist niet achterhaald en de nieuwe TSI-motoren doen hem zonder meer goed. De Exeo is niet de ruimste en evenmin de modernste, maar door zijn scherpe prijs is het zeker een alternatief in het D-segment.
De Seat Exeo mag dan zijn gebaseerd op de vorige Audi A4, dat wil niet zeggen dat nieuwe motoren aan hem voorbijgaan. We maken kennis met twee moderne TSI-machines uit huize VW, die het sportieve imago dat Seat nastreeft eer aandoen.
De Seat Exeo zal wel eeuwig onderwerp van discussie blijven. De ??n vindt het een slap aftreksel van de vorige generatie Audi A4, de ander ziet hem als ?n prima budgetalternatief voor Audi?s succesnummer. Hoe je er ook tegenaan kijkt, nuchter beschouwd krijg je beproefde Audi-techniek voor ?n schappelijke prijs. Een belangrijke achilleshiel van de Exeo was tot op heden echter zijn aanbod aan benzinemotoren. De constructie van de 1,6-liter basismotor stamt uit de jaren ?80 en de 1,8-liter turbomotor met vijf kleppen per cilinder uit de jaren ?90. Alleen ?t topmodel 2.0 TSI kreeg feitelijk een moderne motor mee. En daarmee kreeg de Exeo ongemerkt alsnog de naam gedateerde techniek te recyclen. Dat is echter verleden tijd. Moeder- bedrijf Volkswagen heeft z?n TSI-motoren uit het magazijn getrokken en ze naar Spanje gestuurd, zoals dat al gebeurde voor de andere modellen van Seat. Zodoende doet vanaf september de nieuwe 1.8 TSI dienst als basismotor. In 120 pk-vorm lost hij de stokoude 1.6 af. Ook komt er een 160 pk-versie van de 1.8 in de Exeo en krijgt de tweeliter TSI er 10 pk bij. In andereopzichten zijn de wijzigingen aan de 2011- uitvoeringen van de Exeo bescheiden. Wie voor bi-xenon opteert, krijgt daar voortaan ook led-achterlichten bij. Verder is de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging Servotronic, die tot op heden op de optielijst stond, voortaan standaard.
Kwaliteitsuitstraling
Instappen in de Exeo is logischerwijs een feest der herkenning. Seat leende niet alleen het onderstel en de carrosserie van de vorige A4, maar ook het dashboard. Van de A4 Cabriolet welteverstaan, met sportief ogende ronde ventilatieroosters in het midden. Sowieso kan menig moderne concurrent nog een puntje zuigen aan de kwaliteitsuitstraling die het binnenste van de Exeo geeft, want het oogt allemaal oersolide en hoogwaardig. Akkoord, je ziet aan de grote knoppen op de middenconsole en de relatief brede naden tussen de dashboarddelen dat dit niet het meest recente ontwerp is, maar daar valt mee te leven.De interieurruimte valt echter tegen. Het is mooi dat je als bestuurder de stoel ver naar achteren kunt schuiven, maar daardoor wordt de beenruimte achterin gedecimeerd. En die is gewoonlijk al allesbehalve royaal. Ook de hoofdruimte stelt wat teleur, zeker in de sedanversie. De ST is in dit opzicht meer aan te bevelen en hoewel zijn bagageruimte met een inhoud van 442 liter zeker niet enorm is, kun je er door de handige vorm goed mee uit de voeten. Voorin tref je meubilair aan dat comfortabel zit en een goede zijdelingse steun biedt. We reden met de 1.8 TSI in Sport-uitvoering en met dank aan het sportonderstel is de Exeo in deze configuratie een goede allrounder. Waar de gewone Exeo wat te ver doorslaat richting soft en gezapig om het sportieve imago dat Seat zichzelf meegeeft nog eer aan te doen, is de Exeo Sport een mooi compromis. Er zijn beslist dynamischer rijdende auto?s in deze klasse, maar die bieden vaak niet het veercomfort van de Seat. Sterker nog, hij doet ook aanzienlijk comfortabeler aan dan zijn donor A4. De snelheidsafhankelijke besturing verdeelt zijn krachten mooi, zonder overmatig licht of direct te worden.
Andere generatie
De 1,8 liter TSI-motor is van een totaal andere generatie dan de 1.8 20V Turbo die hij aflost. Zo heeft hij kettingaangedreven nokkenassen, vier in plaats van vijf kleppen per cilinder en directe benzine-inspuiting. Maar net als de oude 1,8 m?t turbo. Hierdoor verbruikt hij volgens de fabrikant 7,3 liter op 100 km en stoot hij 169 gram CO2 (ST: 172 g) uit per kilometer. Dat is een reductie van 9 procent ten opzichte van de oude 1,8. Maar dat zijn de droge cijfers, veel belangrijker is dat de 1.8 TSI een heerlijke motor voor de Exeo is. De gaspedaalrespons is veel beter dan bij z?n voorganger en de viercilinder is bijzonder soepel. Al bij1.500 tpm heb je ?n koppel van 250 Nm, dieselwaarden dus. En zo voelt de 1.8 TSI bij lage toeren ook aan, in positieve zin. Tegelijkertijd maakt hij echter met het grootste gemak toeren, hij haalt zonder protesteren in ??n teug door tot de toerenbegrenzer ingrijpt. Bij accelereren hoor je de turbo werken, zonder dat het storend wordt. Het draagt bij aan ?t lekker sportieve geluid van de TSI. De tweeliter TSI is eigenlijk van hetzelfde laken een pak. Hij heeft voortaan 210 in plaats van 200 pk en een koppel van 320 newtonmeter bij 1.500 tpm. En daarvan krijgt de voortrein het bij volgas accelereren Spaans benauwd. Aan de zoekerige voorwielen kun je dan merken dat dit ?n ouder chassis is. Maar de 2.0 TSI is dan ook een echte koppelbaas, die er altijd enthousiast tegenaan gaat. Net als de 1,8 lijkt hij er plezier in te hebben om toeren te maken, terwijl ook de 2-liter lekker donker klinkt als je gas geeft. Bij constante snelheden hoor je daarentegen vooral het aanwezige windgeruis. Beide TSI-motoren zijn gekoppeld aan ?n plezierig schakelende handgeschakelde zesbak. Volkswagens prettige DSG-versnellingsbak gaat helaas aan de neus van de Exeo voorbij. Maar in andere opzichten is de Exeo beslist niet achterhaald en de nieuwe TSI-motoren doen hem zonder meer goed. De Exeo is niet de ruimste en evenmin de modernste, maar door zijn scherpe prijs is het zeker een alternatief in het D-segment.