Afstelling van een deur is meer dan dat ie netjes in het 'gat' valt en de deur open/dicht gaat. Bij motorklep/kofferklep heb je bijvoorbeeld ook van die rubberstoppen waar de klep op ligt als ie dicht is, dit is om rammelen te voorkomen en beschadiging van lak te voorkomen. Soortgelijken punten hebben de meeste auto's ook bij de portieren, als er bij jou bijvoorbeeld zo'n rubberdop ontbreekt, heeft ie ruimte en kan ie trillen, terwijl normaal zo'n rubberdop zorgt dat de deur direct strak dicht zit.
Dikte van het plaatstaal is hier beperkt van invloed, de vorm van de deur ('bolling', niet zozeer de afmetingen) zegt meer.
Ik zal zo nog ff uitleg met plaatje toevoegen.
Foto van de deur van een Golf I, bij de pijlen zie je dat er een soort 'rilletje' is gemaakt (de bovenste gecamoufleerd door de zwarte sierstrip die er in ligt). Dat 'rilletje' zorgt voor wat in de constructieleer heet 'excentriciteit'. Het effect daarvan is dat het plaatwerk veel steviger is, eigenlijk net alsof het plaatwerk een aantal malen dikker is, dan het in werkelijkheid is. Die extra stevigheid is alleen in de richting van het rilletje, in de andere richting kan ie nog steeds makkelijk buigen (trillen).
Je kunt het zelf ervaren als je een velletje papier pakt, een normaal glad velletje zal direct buigen als je het (in liggende positie) optilt. Als je vervolgens een randje omvouwt, zie je dat dit direct stevigheid geeft, een extra randje/vouw geeft nog wat meer stevigheid. Als je de deur van een Altea aan de buitenzijde bekijkt heeft ie alleen aan de onderkant zo'n 'vouwrand', het deel verder naar boven krijgt wat stevigheid doordat het wat gebogen is. Die effecten van vouwen en gebogen oppervlakken zijn vele malen groter dan de dikte van het materiaal, dit kun je mooi vergelijken door een proefje met bijvoorbeeld een vel A4 papier en dan in 2 verschillende diktes. De dunne versie zal bij een paar goed geplaatste vouwen, aanzienlijk steviger zijn dan de vlakke dikke versie.