Met pensioen: Seat Exeo
Na jaren trouwe dienst komt er voor ieder model onvermijdelijk het moment van afscheid. In de rubriek Met Pensioen doen we een model uitgeleide door hem nog eenmaal voor het voetlicht te halen. We vragen ons nog eenmaal af hoe-ie z’n leven heeft gesleten. Wat waren z’n sterke punten, en wat z’n zwakke? Was-ie populair, en kunnen we maar moeilijk afstand van ‘m doen of zijn we blij dat hij het rijk der vergetelheid gaat betreden?
Het klonk prachtig, Auto Emoci?n. Maar die vroeger door Seat geclaimde vurige Spaanse emotie -inmiddels is de slogan veranderd- weet de Exeo in de praktijk helaas nimmer op de automobilist over te brengen. Dat heeft uiteraard veel te maken met het gegeven dat de Exeo plat gezegd niets meer of minder is dan een gerecyclede Audi A4. Niets mis mee, maar de passie spat nu niet direct van het model af. En Seat heeft er niet eens zo heel veel aan gedaan om te verbloemen dat de nieuwe middenklasser die de Spanjaarden in 2009 presenteren een A4 is, die in de basis uit 2001 stamt. Slechts de neus en de achterzijde zijn aangepast om voor een Seat-uitstraling te zorgen. Tja, daar wordt de Exeo niet zo spannend van; dat was de auto al net toen-ie in 2001 nog A4 heette.
Aan de andere kant hoeft dat natuurlijk ook niet per s?. Het D-segment, daar waar de Exeo acteert, is het speelveld van de zakelijke rijder. En voor hen is ingetogenheid juist een deugd. De minimale facelift die de auto in 2012 onderging, hield ‘m redelijk tijdloos, al loopt de auto logischerwijs wel achter op de top in zijn klasse; daar verandert led-verlichting nu eenmaal geen moedertje lief aan. Pakken we echter de rekenmachine erbij, dan is de Exeo een winnaar. Audi vraagt bijvoorbeeld voor een gelijk gemotoriseerde A4 bijna tienduizend euro meer. En als het gaat om rijdynamiek doet de Exeo het ook goed.
Het onderstel komt stevig en uitgebalanceerd over en is uitermate geschikt om lange ritten op een prettige manier af te leggen. Tijdens al onze testkilometers laat het Seat-onderstel een dynamischere indruk achter. Wel moet je de Seat meer de hoek om dwingen dan je wenst. Het zal voor een deel te maken hebben met de in lengterichting geplaatste motor.
Op praktisch vlak laat de Exeo punten liggen. Wie tot de achterbank van de Seat is veroordeeld komt er bekaaid af. Niet alleen is de hoofdruimte is daar minder, dat geldt net zo goed voor de beenruimte; die is beperkt, zeker voor een auto in het D-segment.
Een beetje stationcar uit het C-segment heeft namelijk meer ruimte te bieden. Ook helemaal achterin, in de kofferbak.
De Exeo weet ons hart minder te veroveren dan Seat wenst. Daar verandert een broeierige slogan niets aan. En ook wanneer we het rationeel aanpakken, komt de Seat te veel te kort om z’n lagere prijs te vergoelijken. En dat heeft hogere verkoopcijfers in de weg gestaan. Helaas, want objectief gezien heeft Seat er een aardige aanbieding mee in huis gehad.
Verkoopcijfers
2009 423
2010 708
2011 636
2012 197
2013 11
Bron:
AutoWeek